Stap 3 – de leesstrategie


Leesstrategieën helpen de lezer actief denkend door een tekst te gaan om tot diepgaand begrip te komen. Door ze vaak te gebruiken slijpen ze in en worden ze geautomatiseerd. Bij beginnende lezers moeten ze eerst gemodeld worden. 
We maken een onderscheid tussen drie soorten strategieën die je zowel voor, tijdens als na het lezen inzet om betekenis aan de tekst te geven: sturingsstrategieën, herstelstrategieën en cognitieve leesstrategieën.  Het overzicht vind je hieronder.
‘Vragen stellen’ en veel sturings- en herstelstrategieën komen steeds aan bod. Die vinken we meteen al aan. Kies in je les of activiteit nog een extra leesstrategie die passend is bij de tekst en het leesdoel. 

Klik op de afbeelding om te downloaden.

Leesstrategieën

Vragen stellen

Deze strategie is een krachtig middel om tot tekstbegrip te komen en pas je als geoefend lezer bijna automatisch toe. Terwijl je leest, stel je in je hoofd voortdurend vragen om de inhoud beter te begrijpen. Het zal belangrijk zijn om kinderen goede tekstgerichte vragen te geven, maar vooral ook om hen te leren ze zelf te bedenken. Vragen die leiden tot een hoger denkniveau zijn belangrijk om de gelaagdheid in een tekst te zien. We hanteren hierbij de ordening van vragen volgens de taxonomie van Bloom. 

Onderstaande fiche kan helpen om tekstgerichte vragen te stellen.

Tekstinhoud visualiseren

Bij fictie stel je je voor hoe personages en locaties eruitzien, wat er gebeurt of leef je mee met een personage. Je maakt van de tekst als het ware een mentale film die zich in je hoofd afspeelt. Van zakelijke teksten kan je de inhoud visualiseren aan de hand van een schema, een tekening, een tabel, een mindmap. Op die manier krijg je meer grip op de inhoud en de samenhang.

Verbinding maken

Deze strategie gaat over het activeren van de aanwezige voorkennis en het maken van verbindingen tussen tekstinhoud en voorkennis, ook tijdens het lezen. Door die verbindingen te maken, krijgt de tekst gemakkelijker betekenis en zal hij beter onthouden worden. 

Tekststructuur herkennen

Terwijl je leest, ga je als lezer op zoek naar de manier waarop een tekst is opgebouwd. De tekststructuur staat hier centraal. Je zoekt naar verbanden tussen woorden in zinnen, tussen achtereenvolgende zinnen en alinea’s. Uiterlijke kenmerken kunnen hierbij helpen: titels, lay-out, illustraties. Verbanden worden vooral aangegeven door functies van woorden zoals verwijs- en signaalwoorden. Door verschillende tekstdelen met elkaar in verband te brengen, krijg je meer grip op de inhoudelijke betekenis van de tekst. 

Samenvatten

Deze strategie dient om de tekst te verwerken na het lezen ervan. De belangrijkste informatie geef je kort of schematisch weer. Hierbij laat je details of bijzaken achterwege en selecteer je enkel de kern of hoofdzaak. Je kan hierbij gebruik maken van sleutelwoorden of -zinnen.

Afleiden

Hier gaat het erom dat je tussen de regels leest. Je geeft actief betekenis aan verwijsrelaties in een tekst door bijvoorbeeld verwijswoorden te koppelen aan hun antecedenten, signaalwoorden te interpreteren, verbanden te leggen.


Sturingsstrategieën

Sturingsstrategieën zeggen het letterlijk: ze sturen ons leesgedrag. 

Dat kan al voor het lezen van de tekst als je je op die tekst oriënteert: waarom lees je de tekst? Wat weet je er al over? Welke woordenschat heb je nodig? Als het gaat om een fragment, waar plaats je dat dan in het grotere geheel van het boek?

Het kan ook tijdens het lezen als je voortdurend je leesgedrag bijstuurt: begrip bewaken en verhelderen. Begrijp je het voldoende? 

Na het lezen van de tekst kan je terugblikken: Kloppen je verwachtingen? Begrijp je de tekst? 


Herstelstrategieën

Teksten lezen gaat niet vanzelf. Om onbegrip te verhelpen zijn herstelstrategieën nodig: een stukje teruglezen, hardop lezen, een stukje verder lezen, langzamer en aandachtiger lezen, naar de illustraties kijken, taalbeschouwing integreren. Of je kan kinderen leren om gerichte hulp in te roepen. Samen in interactie gaan over de tekst kan helpen. Externe bronnen kunnen daarnaast ook ondersteuning bieden: een woordenboek, een andere tekst om te verbinden met kennis, de ingesproken tekst.